Publiek Vervoer Groningen Drenthe neemt deel aan de Data Sharing Coalitie. DSC is een initiatief dat door het Ministerie van Economische Zaken is ingezet om data over verschillende sectoren heen met elkaar te verbinden zodat nieuwe inzichten ontstaan. De technische en juridische aspecten die men daarbij tegenkomt worden in gezamenlijkheid binnen de Data Sharing Coalitie aangepakt en opgelost. Roseman Labs neemt deze werkzaamheden in samenwerking met Publiek Vervoer op zich.
De Data Sharing Coalition is een open en groeiend, internationaal initiatief waarin een grote verscheidenheid aan organisaties samenwerkt om de waarde van cross-sectorale datadeling te ontsluiten. In onze terugkerende blogsectie 'Q&A with' kom je meer te weten over onze deelnemers en hun gedachten, visie en ideeën over het delen van data. Jan Bos, directeur publiek vervoer, denkt mee.
1. Kunt u uw organisatie voorstellen?
Publiek Vervoer is een samenwerkingsverband van alle gemeenten in de provincies Groningen en Drenthe en OV-bureau Groningen Drenthe. Deze gemeenten en het OV-bureau hebben contracten met vervoerders voor het vervoer van personen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), het vervoer van leerlingen die niet zelfstandig kunnen reizen (LLV, leerlingenvervoer) en de terbeschikkingstelling van de hubtaxi en buurtbussen (gerund door vrijwilligers). Publiek Vervoer is opgericht om zich te richten op drie taken: het uitvoeren van contractmanagement met de vervoerders namens haar klanten, het aanbieden van een klachtenloket voor reizigers die gebruik maken van deze diensten en het zijn van een kennis- en adviescentrum voor de verdere ontwikkeling van dit vervoerssysteem. Hier werken alle gemeenten in Groningen en Drenthe samen om de efficiëntie van het vervoerssysteem in deze regio's te verbeteren.
Op dit moment hebben we een dashboard dat onze eigen data van alle ritten in gemeenten in Groningen en Drenthe combineert. Zo kunnen we inzichten opdoen, de ritten monitoren en het transportsysteem verbeteren. Een voorbeeld: in de ene gemeente moet 5% van de leerlingen individueel reizen vanwege hun aandoening. In een andere gemeente geldt dezelfde situatie, maar deze gemeente rijdt veel meer solo ritten. We kunnen dit onderzoeken, ontdekken waarom dit het geval is en oplossingen bieden op basis van onze eigen gegevens.
2. In hoeverre is uw organisatie betrokken bij het delen van gegevens (binnen en tussen sectoren)?
We hebben de reisgegevens van elke rit die binnen de bovengenoemde contracten wordt gereden. Daarnaast zijn de gemeenten eigenaar van klantinformatie en heeft Publiek Vervoer een database die deze informatie bevat. Op basis van deze database en de reisgegevens kunnen we analyses uitvoeren. Zo berekenen we met onze reisgegevens, ons klantenbestand en demografische gegevens van het CBS wat de behoefte aan vervoer per gemeente over 10 jaar zou zijn.
Daarnaast zijn we van plan om, naast het gebruik van onze eigen data om inzichten te verkrijgen, nauw samen te werken met het OV-bureau en onze database te koppelen aan hun database, zodat we data kunnen delen en meer inzichten kunnen krijgen. We zijn van plan om multi-party computation (MPC) te gebruiken. Eén, om privacyredenen, en twee, omdat we andere opdrachtgevers hebben dan OV-bureau en deze gescheiden moeten blijven.
We zijn betrokken bij het realiseren van een van de data sharing use cases van de Data Sharing Coalition, de MPC for MaaS use case. Reizigers die een beroep doen op Wmo krijgen gratis openbaar vervoer aangeboden om een verschuiving in hun mobiliteitsgewoonten te stimuleren. Als die mensen niet reizen, wat houdt hen dan tegen? Zien we bepaalde patronen? Deze data geeft ons meer inzicht in het reisgedrag van mensen en schetst een beeld van wat er moet veranderen zodat mensen Wmo en het openbaar vervoer gaan gebruiken.
Daarnaast doen we nu mee aan zeven MaaS-pilots, waarvan er één plaatsvindt in Groningen-Drenthe. Dit is een vervolg op de use case van de Data Sharing Coalition. Het doel is om Wmo en openbaar vervoer te combineren, om ervoor te zorgen dat reizigers die Wmo gebruiken ook kunnen inloggen op de MaaS-app. Door het delen van data kunnen ook ketenreizen (een combinatie van openbaar vervoer en andere vormen van vervoer, waaronder Wmo-vervoer in onze regio) worden gemonitord. Door bijvoorbeeld data te delen zou het mogelijk zijn om te monitoren hoe vaak iemand in een rolstoel met de trein reist. Met behulp van data zouden we dan een patroon kunnen maken, zodat we weten wanneer er extra ruimte in de trein nodig is. Dankzij het delen en monitoren van data ontstaan er allerlei vragen – vragen die je waarschijnlijk niet zou hebben gesteld als je geen data had gedeeld. Bijvoorbeeld: de treindienst is op twee plaatsen hetzelfde. Waarom reizen mensen in de ene stad meer dan in andere?
3. Waarom is of moet het delen van data belangrijk zijn voor jouw branche of domein?
In de eerder genoemde pilots werken we samen met de provincie Groningen, de provincie Drenthe en het OV-bureau. Wanneer we onze database koppelen aan de database van het OV-bureau, kunnen we data delen en hebben we straks inzicht in bijvoorbeeld de capaciteit van het vervoer en of dit voldoende of misschien wel te veel is. Het is mogelijk dat er een bus staat met drie mensen erin en twintig taxi's rijden op dezelfde route. OV-bureau weet hoeveel mensen er in de bus zitten, wij weten hoeveel mensen gebruik maken van taxi's. Maar als we geen gegevens delen, weten we dit niet. Als je data deelt, krijg je inzicht in deze overlap. Je kunt onderzoeken waarom mensen de bus niet nemen en je kunt vervoersstromen efficiënter maken. Dus: datadeling is belangrijk omdat we meer inzicht kunnen krijgen in hoe de verschillende vervoersstromen zich tot elkaar verhouden, waar er sprake kan zijn van duplicatie, of waar we elkaar meer kunnen aanvullen dan tot nu toe het geval is geweest.
4. Wat zijn de meest veelbelovende ontwikkelingen en trends op het gebied van datadeling die u in uw sector ziet?
De MaaS-ontwikkeling (Mobility as a Service) is een zeer belangrijke trend. Zo is het op dit moment voor mensen die onder Wmo reizen niet mogelijk om gecombineerde reizen (ketenreizen) digitaal te plannen, te boeken en te betalen. Ze moeten een taxi bellen om een tijd af te spreken om van A naar B te komen. Dan moeten ze, als ze op locatie B zijn aangekomen, de bus nemen. Dit moet allemaal apart geregeld en betaald worden. In de pilot die we realiseren, zorgt de MaaS-app ervoor dat reizigers met een Wmo-indicatie een dienst krijgen die dit allemaal in één keer regelt. De digitalisering neemt toe en mensen zijn gewend om apps te gebruiken, dus willen ze ook apps kunnen gebruiken voor hun vervoer. Door dit op te zetten, bereiden we ons voor op de toekomst. De volgende stap is om ook deze ketentrajecten te monitoren. Het delen van gegevens kan helpen om te zien waar verbeteringen nodig zijn. Zo kunnen vervoerders de transportcapaciteit beter beheren.
Wij geloven dat door platforms te verbinden en zo data te kunnen delen, inzichten worden gegenereerd die helpen om het operationele transportsysteem beter te monitoren en aan te passen.
5. Hoe ziet u de toekomst van het delen van gegevens en welke stappen zet u momenteel in die richting?
We zien mogelijkheden om verschillende vervoersgerelateerde platformen met elkaar te verbinden en MPC te gebruiken om onze data, de data van het OV-bureau, de data van het CBS en de provincies te 'delen'. Daarom willen we nauw samenwerken met de provincie Groningen, de provincie Drenthe en OV-bureau. Samen praten we over waar we in 2030 staan. Alle partijen zijn het erover eens dat we één geïntegreerd systeem moeten creëren dat Wmo en openbaar vervoer combineert. Om dit te bereiken moeten we data met elkaar delen. Dat zijn we nu dus aan het onderzoeken.
Wij geloven dat door het verbinden van platforms en dus het kunnen delen van data, inzichten worden gegenereerd die niet alleen helpen om het operationele systeem beter te monitoren en aan te passen, maar die ook een rol spelen bij bredere thema's die belangrijk zijn voor lokale en regionale overheden. Door bijvoorbeeld te monitoren waar mensen naartoe reizen (bijvoorbeeld huisarts, winkelcentrum, bibliotheek), kunt u een patroon maken dat laat zien dat sommige plaatsen vaak worden bezocht en andere niet. Dit heeft effect op de transportstroom. Dit is waar gegevens nuttig kunnen zijn. Data en inzichten kunnen gemeenten helpen om het vervoer naar deze locaties aan te passen en de benodigde capaciteit op elkaar af te stemmen. Daarnaast kan het gemeenten helpen om ervoor te zorgen dat de leefbaarheid zowel in de stad als op het platteland toeneemt. Of hen helpen bij het maken van aanpassingen om fossiele brandstoffen te verminderen.
6. Waarom neemt u deel aan de Data Sharing Coalition?
We richten ons steeds meer op vraagstukken waarbij het delen van data een rol kan spelen. De aanpak van de Data Sharing Coalition is schaalbaar, waardoor je kunt uitbreiden en groeien. En het stelt u in staat om generieke overeenkomsten te gebruiken voor het delen van gegevens. De Data Sharing Coalition helpt ons de eerste stappen te zetten, om een startpunt/fundament te creëren waarop datasets van andere partijen later eenvoudig kunnen worden gekoppeld. Het is zo ingericht dat provincies ook gemakkelijk hun data kunnen gaan delen. Deze basis is cruciaal, omdat onze aanpak is dat we onze vervoersstromen altijd zo efficiënt, optimaal en duurzaam mogelijk implementeren in samenwerking met verschillende partners (gemeenten, provincies, vervoersbedrijven, OV-bureau, consumentenplatforms en klankbordgroepen). Door het delen van data worden alle benodigde inzichten gecombineerd zodat gestreefd kan worden naar de beste resultaten, zowel voor mens als klimaat.